Bomen en volksgebruik
Voor veel mensen zijn bomen het symbool voor hoop, nieuw begin, wedergeboorte en eeuwig leven. Zij spelen een grote rol in het volksleven.
De oude Romeinen plantten vaak bij de geboorte van een kind een boom. Dit wordt bij ons tegenwoordig ook vaak gedaan. In Zwitserland was het gebruikelijk om bij de geboorte van een zoon een appelboom, bij de geboorte van een dochter een perenboom te planten. Wanneer iemand op reis ging, plantte men een boom die aantoonde hoe het de reiziger verging. Groeide de boom voorspoedig, dan verging het de reiziger net zo. Wanneer een geboorteboom dood ging, was dat een teken dat zijn menselijk evenbeeld ook dood zou gaan.
Het boommotief vinden we ook vaak op grafstenen, b.v. het beeld van een door de bliksem getroffen eik als symbool voor een man die onverwachts overleden is. De treurwilg is het symbool van verdriet en rouw.
Als wij op 4 december, de Barbaradag, een tak van een kersenboom snijden en in de vaas zetten, zal hij met kerstmis bloeien. Dat voorspelt een gezond en zegenrijk nieuw jaar.
Zo kun je het doen:Ga naar de tuin op Barbaradag!
Zeg tegen de kale kersenboom:
Kort is de dag, de hemel grijs.
Winter komt met sneeuw en ijs.
Over drie weken is het feest,
zoals het altijd is geweest.
Boom, laat mij één van jouw takjes snoeien!
Dan zal hij in mijn kamer bloeien
met kerstmis in de heilge nacht
met witte bloesem in volle pracht.
De hazelaar leverde de beste wichelroede en tovenaarsstokken.
Een goede notenoogst betekende vruchtbaarheid van mens, plant en dier. Al bij de oude Grieken werden noten als geluksbrengers onder het volk gestrooid. In Duitsland was het in veel dorpen de gewoonte om op 1 mei een berkenboompje voor het raam van de geliefde te zetten. Maar een meisje dat gauw bereid was 'in de hazels te gaan ' kreeg een hazelaar voor de deur gezet en werd bespot.
Tegen te sterke seksuele aandrang en geilheid van een man gaf in 1715 de Duitse arts Hellwig zijn patiënt wilgenblad met suiker om op te kauwen.
Een oude Engelse tover adviseert een ongelukkig verliefde vrouw om van de voetafdruk van de geliefde man een beetje aarde te nemen en onder een wilg in te graven. Daarbij moest zij fluisteren:
Groene wilg, jij lieve boom,
Ik zag jou in mijn nachtlijk droom.
Laat zijn liefde tot mij komen
Zodat ik niet langer hoef te dromen.
Om te weten te komen hoe succesvol haar toverspreuk
was, moest
zij haar schoen negen maal in de wilg gooien. Wanneer de schoen tussen de takken
bleef hangen, zou zij in het jaar daarop met de geliefde getrouwd zijn.
Rond Sint Andreasavond op 29 november kon men van een ander liefdesorakel gebruik maken. Op deze avond moest men van een getrouwde buurvrouw een kopje water halen, met een beetje aarde van de voet van een eik vullen, twee perenpitjes erbij doen en het geheel op middernacht drinken. Als je dan direct naar bed ging, zou de toekomstige in je droom verschijnen.
Uit de Victoriaanse tijd stamt het gebruik om samen met de liefste een lauriertak te plukken, deze in tweeën te breken waarvan ieder de helft kreeg. De liefde zou duren zolang als de lauriertak groen bleef.
Wie op IJsland een bepaald teken in de bast van een spar sneed en daarop sliep, kreeg voorspellende dromen.
De magische geneeskracht van bomen komt tot uitdrukking in het volksgebruik om door een gespleten boom te kruipen.
Bekend is ook het opstellen en versieren van de meiboom waar omheen gedanst werd. Verder werd als liefdesgebruik een meiboom voor het raam van de bruid gezet, wat stiekem moest gebeuren.
Wij kennen nog steeds het opzetten van een boom wanneer het dak van een huis klaar is (pannenbier). Onbewust speelt hier misschien ook de wens een rol, het huis moge zo stabiel, groot en duurzaam worden als een boom.
Ook Pasen is verbonden met een boomgebruik. In veel huiskamers worden takken neergezet, versierd met gekleurde paaseitjes.
Op palmzondag (een week voor paaszondag) worden door kinderen vaak stokken in de vorm van een kruis, versierd met een palmpasenhaantjes, groene takken en gekleurde papierslingers gedragen. Zingend trekken zij daarmee door de wijk. De bijbelse achtergrond hiervan is de intocht van Jezus in Jeruzalem, waar hij door een grote met palmtakken zwaaiende menigte begroet werd.
In verschillende delen van Duitsland wordt begin februari de zogenaamde Narrenbaum opgezet als teken van de komende carnavals-festiviteiten. Kinderen beklimmen de stam om het snoepgoed uit de takken te plukken. Iedereen wordt getracteerd op worstjes, broodjes, bier of limonade.