Boomcultus

Sinds mensenheugenis spelen bomen een belangrijke rol in het dagelijkse leven van mensen. Onze voorouders vereerden de bomen. Voor hen waren het reusachtige levende wezens met een sterke, positieve kracht. Bomen waren dragers van geheimzinnige krachten die zij uit de bodem putten. Bossen vertegenwoordigden de aardmoeder. In iedere boom woonde een boomziel die men hoorde te eerbiedigen. ficus religiosus

Nostradamus zei: 'Ieder mens is met een boom verwant. Slechts in verbinding met zijn boom, kan hij gelukkig zijn."

Bomen hadden altijd een aantrekkingskracht op mensen. Volgens een oude volkswijsheid moet een mens in zijn leven drie dingen doen: een huis bouwen, een kind op de wereld zetten en een boom planten.

In de Germaanse mythologie waren het twee bomen die de adem van de Goden ontvingen en die zo de eerste mensen, Askr en Embla, schiepen. Het sprookje van Vrouw Holle herinnert aan de Godin Freya die in de vlier ( hollerstruik) vereerd werd.

In het Germaanse epos Edda wordt over de machtige es verteld, de Wereldboom Yggdrasil wiens kroon het hele universum droeg.

het Heilige Bosje in Olympia

Bij de boomcultussen van de Grieks-Romeinse antieke wereld staat een oude, levenschenkende en voedende moedergodin in het middelpunt. Voorbeelden zijn het eikenbos in Dodona, de wilde olieboom te Olympia, het platanenbos op Kreta. De boom heeft van de aardmoeder het vermogen geërfd, de toekomst te kennen. Deze voorspellende functie komen we ook in de Germaanse mythologie tegen. De wortels van de boom reiken tot diep in de aarde waaraan zich de god Odin ophing om het geheim van de runen te ontvangen.

Mensen hebben bomen nodig, de bomen niet persé mensen. De bomen waren vòòr ons op aarde. In de Germaanse, Keltische, Indiaanse en Indiase scheppingsmythologieën wordt beschreven, dat het de bomen waren waaruit de goden mensen schiepen.

De Romeinse dichter Vergilius schrijft in de Aeneïs over Romeinse eikenbossen, waarin mensen wonen die uit bomen ontstaan zijn. 'Nimfen en faunen bewonen de wouden, een geslacht dat ontstaan is uit stammen en kernhout.'

De Griekse dichter Hesiodius beschrijft hoe Zeus het derde mensengeslacht uit essen schiep.

boomcultus bij de GriekenDe Indianenstam van de Algonkin meent af te stammen van de pijl die de Schepper in de es schoot.

In de bossen voelden onze voorouders zich bijzonder dicht bij de goden staan. Zij bouwden voor hen geen tempels, moskeeën en kerken, maar vereerden hen daar, waar zij hun aanwezigheid het meest voelden: onder de bomen.

Te Dodona in Griekenland groeide de orakeleik, gehoed door drie priesteressen die in het ruisen van de bladeren de stem van de Godin meenden te horen.

 Godvader Zeus werd uit Rhea onder een populier, zijn gemalin Hera onder een wilg geboren. Hun dochter Artemis woonde in een boom. De god Dionysos, god van bomen en vegetatie, werd in een cipres vereerd. Romulus en Remus zagen het licht van de wereld voor het eerst onder een vijgenboom. De Romeinse God Jupiter zou oorspronkelijk een boom geweest zin. De nimf Daphne werd op haar vlucht voor Apollo door haar moeder Gaia in een laurier veranderd. Sindsdien is het de favoriete boom van Apollo. De priesters van het aan hem gewijde Orakel van Delphi kauwden laurierblad om de hoogste extase te bereiken terwijl zijn hun profetieën uitspraken.

De Egyptische godin Hathor stapt op een afbeelding uit een boom.

godin Hathor rijst uit vijgenboom

Boeddha werd onder een boom geboren, vond verlichting onder een boom en stierf onder een boom.

Volgens de Indiaanse mythologie werden bomen als 'de Heren van het Bos' vereerd die ervoor zorgden dat de door mensen gebrachte offergaven bij de goden terechtkwamen. Voor Boeddhisten heeft het bos een ziel. Wanneer zich een boomgodheid aan de mens wil tonen, verschijnt hij/zij tussen de takken van een boom. Maar hij/zij kan ook helemaal eruit tevoorschijn komen en dan als Brahmaan rondlopen. Deze boomgodheden zijn vriendelijk voor mensen mits zij niet door hen geïrriteerd raken. In de Indiase mythologie geldt de vijgenboom  (Ficus religiosus) als oorsprong van de mens.

Iedere Indiaan had zijn eigen boom die hij opzocht om te mediteren, om nieuwe kracht te scheppen, van gedachten te wisselen en om te sterven.

Bij Homerus, Vergilius en Hesyochins is de Essenman  oervader van de mensheid.

 

 Startpagina