Boomsymboliek
Jung besprak in zijn verhandeling ‘Der philosophische Baum’ de boomsymboliek in historische context. Het ging hem om groei, leven, ontplooiing van vorm in biologisch en spiritueel opzicht, groei van onderen naar boven en andersom, bescherming, schaduw, vruchten als voedsel, stevigheid, duurzaamheid, verworteling, ouderdom, persoonlijkheid, dood en wedergeboorte.
In Europa kennen wij de kosmische of wereldboom, de es
Yggdrasil. Dit symbool vinden we in het Germaanse epos Edda. Yggdrasil wortelt in de onderwereld, groeit op in Midgard, de wereld der mensen en verheft zijn kroon in Åsgard, het verblijf van de goden. De boom heeft drie wortels. De eerste wortelt in de drievoudige fontein, de bron van alle leven. Aan de middelste wortel weven nornen, de schikgodinnen. De derde wortel wordt gevoed door de bron der wijsheid, waar de reus Mimir heerst.Yggdrasil is een Oudnoors woord en betekent ‘paard van Odin’.
Waarom is de es de drager van de wereld? Misschien omdat hij een snelle groeier is, dus snel naar de hemel reikt.
Er is ook een andere verklaring. De es groeit het liefst op kalkrijke grond, daar waar bronnen ontspringen die beekjes vormen. Eén van de drie wortels wordt namelijk door een bron gevoed.
De Boom des Levens
In de joods-christelijke traditie is het beeld van de boom des levens op tal van plaatsen in de Bijbel te vinden. Volgens Genesis 2:9 is hij geplant in het centrum van de Hof van Eden, en wel samen met de boom der kennis van goed en kwaad. Doordat Adam en Eva van zijn vruchten aten, werden ze pas mensen. God draagt hen op, ook van de boom des levens te eten, symbool van innerlijke groei. De boom wortelt in de diepte van het onbewuste, als centrum van kracht. Van daaruit groeit hij op naar de bewuste wereld, ontplooit zijn bladeren naar het spirituele leven. Bij de natuurvolkeren van Canada, Lapland en Siberië klimt de sjamaan, bemiddelaar tussen het volk en de hogere macht, in een boom, symbool van het levensproces.
Jung ziet de groei van de boom als symbool van de individuatie (het proces van bewustwording van de eigen ware aard ).
De boom als symbool voor vernieuwing, verzorging en bescherming
In de gematigde klimaatzones van West-en Midden-Europa en een deel van Noord-Amerika verliezen de loofbomen door seizoenwisseling hun bladeren die in de lente opnieuw ontluiken. Hieraan verbonden is het aspect van vernieuwing en verandering, gesymboliseerd in de dans rond de
meiboom.Dan is er nog het merkwaardige symbool van de omgekeerde boom: zijn wortels reiken naar de hemel, zijn kroon naar de aarde. Wij vinden dit bij de Aboriginals in Australië en ook bij de Lappen in Scandinavië. Wanneer zij een offer brachten aan de God van de Vegetatie, plaatsten zij een omgekeerde boom naast hun altaar.
De Afrikaanse Bantoes zien in de b
aobab, de apebroodboom, met zijn zware, dikke stam en een naar verhouding kleine kroon, een boom die God ondersteboven op aarde gezet heeft.Bij de Egyptische farao's troonden de goden in het oosten op een hoge
sycomoor ( Egyptische vijgenboom) die hen voedde. In het westen klom de goddelijke koe Hathor uit het loof van een boom en groette de overledenen die als vogels op de takken van de sycomoor zaten.Ficus sycomorus groeide in het oude Egypte en was daar één van de grootste bomen met een brede kroon. Uit haar dikke stam werden de doodskisten voor de mummies gesneden, want het hout rotte bijna niet. Haar eetbare vruchten zitten op korte stelen in nesten over de hele boom verdeeld. Deze vijgenboom was het zinnebeeld van de voedende moeder. Het beeld van de boomgodin die de overledenen met voedsel voorziet, geeft zekerheid voor de eeuwige verzorging in het rijk der doden.
De boom als symbool voor vruchtbaarheid, verlichting en ontwaken
In Mesoponamië reikten de wortels van de hemelse
kiskanuboom tot diep in de aarde. In zijn takken woonde de God van de vruchtbaarheid.In het laagland van de Indus groeit een vijgensoort met glanzende, zich steeds bewegende bladeren,
Ficus religiosus (bodhiboom of boboom). Hij kan tot 30 meter hoog worden. Zijn bladeren zijn glanzend en hebben lange stelen. Zij hebben de vorm van een fijne gotische spitsboog. Deze vijgensoort gooit in het voorjaar zijn bladeren af. Gauw verschijnt donkerrood jong blad dat later groen wordt. Deze boom is het zinnebeeld van verlichting, ontwaken en concentratie van latente energieën. Boeddha heeft hier zijn geestelijke transformatie voltrokken.De boeddhisten beschouwen de bodhi als de personificatie van Boeddha. De gebeurtenis van Boeddha's verlichting wordt vaak geïllustreerd door beelden van Boeddha. Zittend onder de bodhiboom wordt hij aan de ene kant aangevallen door demonen, die aan de andere kant verslagen afdruipen.
Ficus religiosus is een snelgroeiende boom, die in tegenstelling tot vele andere vijgenbomen, geen luchtwortels ontwikkelt. Hij wurgt ook niet zijn gastheer, maar splijt de stam van zijn gastboom tijdens de groei open.
De meest beroemde heilige boboom staat in Sri Lanka in Anuradhapura, eens de hoofdstad van het koninkrijk Ceylon. Er wordt beweerd dat deze vijgenboom uit een tak van de oorspronkelijke boboom groeide onder welke Boeddha verlicht werd. Deze tak zou in 288 v.Chr. aangeboden zijn aan koning Tissa. De andere bobomen in de tempeltuinen van Sri Lanka zouden nakomelingen zijn van deze heilige boboom die ook door hindoes vereerd wordt. In de hindoeïstische leer zou de god Vishnu onder een boboom zijn geboren.
Bij de Chinezen is Kienmon de boom van het begin van de wereld. Uit de holle stam van de amandelboom verschijnt de tao, universeel principe en kosmische ordening.