Heilige Bossen

 

Bomen hebben het vermogen om waar te nemen op welke plekken zij krachtig kunnen groeien en zich goed voelen. Zij hebben kennis van de geheimzinnige krachten van de aarde, van krachtlijnen die de hele aarde doortrekken.

Onze voorouders gebruikten hun kennis van bomen om op bepaalde plekken cultplaatsen te bouwen, vooral op de kruispunten van  krachtlijnen. Assyrische heilige boom

Bossen waren belangrijke cultplaatsen. Helaas werden veel van deze heilige plekken door priesters en missionarissen in den naam van God vernietigd.

Heilig betekent heel; dus een bos is heilig omdat hij het evenwicht op aarde bewaart. Met de toenemende ontbossing van de continenten zagen wij in feite de tak af waarop wij zitten. Zonder bossen sterft het leven.

In India had iedere stam of dorp een heilige boom. De drie hindoeïstische goden Brahma (de schepper), Vischnoe (de bewaarder) en Shiva (de vernietiger) zijn de drie hoofdstammen van de wereldboom. Prins Siddharta (later Boeddha) koos een oude pippala-boom (Ficus religiosa) voor zijn laatste stappen van zijn verlichting. Later werd dit de bodhiboom, de boom der verlichting, symbool van het boeddhisme. Tegenwoordig zijn er nog steeds heilige bomen in India.boomverering in India

In Japan waren de vroegere tempels van de oergodsdienst (Shinto) bomen. In de loop der tijd werden er altaren bijgevoegd.

 

Ook de voorchristelijke Europese druïden hadden heilige bossen. De essentie van de druïdse leer was de macht van het woord, gesproken en geschreven. Deze macht kwam uit het bos: het bardische boomalfabet.

Net als bij de oudjoodse kabbala betekent iedere letter een energielijn in de wereld-of levensboom . De letters van het Oudierse alfabet hebben boomnamen, die de verschillende aspecten van het zijn belichamen. In de Keltische en Germaanse talen zijn leren, weten en wijsheid nauw verbonden met woorden voor woud en boom ( b.v. beuk, boek; in het Duits is letter Buchstabe). De druïden waren dus bos - of boomwetende.

 

 Ook bij de Baltische en Slavische volkeren waren bossen de centrale plekken voor hun godsdienst. Christelijke missionarissen hebben steeds geprobeerd, deze plaatsen te vernietigen.

Het belangrijkste heiligdom in het oude Griekenland was niet de tempel maar het heilige bos. In het hart van de Acropolis stonden de heilige olijfbomen. Het was een plek waar vervolgde personen asiel kregen, wat veel later door de christelijke kerken opgepakt werd. De Griekse godheden zijn allemaal uit natuurgeesten voortgekomen en hadden daarom gewijde bossen. Apollo b.v. werd in laurierbossen vereerd, Aphrodite onder de mirteboom, Pan in pijnboombossen. Oppergod Zeus leefde in een eik in het eikenbos van Dodona. Dit was een boomorakel en bijna zo beroemd als het orakel van Delphi. Daar sprak de mens tot de boom en de boom tot de mens.

Voor priesters uit het klassieke Griekenland was de letter Y een 'heilig teken' omdat hij met zijn naar boven wijzende takken een boom voorstelt.

Het kruis van Christus werd al vroeg met een machtige boom vergeleken. Het was dus heel dom van Bonifatius  dat hij in de 8e eeuw demonstratief de beroemde Eik van Odin liet vellen i.p.v. deze met Christus in verbinding te brengen. Later schreef de Franciscaan Bonaventura zijn tractaat ' Over de Boom des Levens', waarin hij Christenen motiveerde, de boomreuzen te eren. Bonifatius laat de heilige eik vellen

 

Boomreuzen belichamen niet alleen levenskracht (sommige taxussen en mammoetbomen worden meer dan 2000 jaar oud), maar ook de kracht van herkenning. In de Bijbel moeten Adam en Eva van de 'boom der kennis' eten om te weten te komen wie zij zijn en wie God is. Het gevolg is dat zij uit het Paradijs verdreven worden. Hetzelfde vinden we in de Oud-Iraanse mythologie over de boom Horn en de Griekse appelboom in de Tuin der Hesperiden. Archaïsche helden bewegen zich vooral onder boomreuzen wanneer zij met een monster vechten zoals Gilgamesj of Siegfried onder de grote linde tijdens de strijd met de draak. Nadat hij deze overwonnen heeft, baadt hij zijn lichaam in drakenbloed om onkwetsbaar te worden. Maar een lindeblad valt van de boom op zijn rug waardoor een kwetsbare plek ervoor zorgt dat hij later door Hagen dodelijk gewond raakt.

Boomreuzen stichten dus heil en onheil. Zij zijn het noodlot.

Jezus gebruikt als metafoor het beeld van de 'onvruchtbare vijgenboom'. Kunstenaars hebben vaak de bedreiging en de tragiek die van boomreuzen uitgaat uitgebeeld: Jacob Ruisdael met zijn bijna afgestorven allee -en heidebomen of Caspar David Friedrich met zijn monsterachtige exemplaren.

Boomreuzen komen we ook in de christelijke kunst van de Middeleeuwen tegen. Langs de kathedraalportieren van Nantes, Chartes en Amiens b.v. woekert de levensboom als in het oerwoud. Ook in de altaarbeelden van de 'Liebfrauenkirche'  te Krakouw (Polen) en het houten plafond van St.Michael in Hildesheim (Duitsland) zien we reusachtig wortel-en bladwerk.Gilgamesj na zijn tocht door het donker

In de kleurrijke kerkramen van Chartres, St.Kunibert in Keulen en de 'Ulmer Münster' zien we weeldrige takken-en loofslingers.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Startpagina