Pinksterboom
Wist je al dat het christelijke pinksterfeest oorspronkelijk een oogstfeest is? In de joodse traditie werd het feest 50 dagen na pesach (begin van de gerstoogst) aan het eind van de tarweoogst in vrolijke stemming met zingen en dansen gevierd.
Het Nederlandse woord pinksteren is afgeleid van het Griekse pentecoste, de vijftigste dag (na Pasen). Als christelijk feest vanaf het jaar 130 hield men zich aan de variabele datering van het paasfeest en de 50-dagen-regel, zodat Pinksteren altijd tussen 10 mei en 13 juni valt.
Volgens de christelijke
overlevering heeft Pinksteren te maken met een gebeurtenis, waarbij de Heilige
Geest op de discipelen van Jezus met vuurtongen neerkwam en hen in staat stelde
om vele talen te spreken. Onafhankelijk hiervan werd het in voorchristelijke
tijden ook als lente – of meifeest gevierd. Vele ‘heidense’ feesten kregen na de
kerstening een christelijk tintje .
Het vieren van de lente in verband met groei en vruchtbaarheid is nog steeds in het volksgebruik rond Pinksteren te vinden. Vaak is ook de boom, meiboom of pinksterboom, middelpunt van de feestelijkheden. Hij symboliseert de ontwaakte natuur.
In Nederland werd tijdens de Middeleeuwen Pinksteren uitbundig gevierd. Een uitverkoren meisje werd tot pinksterbruid gekroond. Op het dorpsplein zetten mannen een pinksterboom neer. Lenige jonge mannen klommen naar de top. Iedereen danste eromheen onder het genot van het pinksterbier.
Men geloofde dat een regenachtige Pinksteren voorspelde dat het veertig dagen zou blijven regenen, de bliksem het huis zou treffen, vruchten zouden rotten en een muizenplaag het land zou teisteren. Maar wanneer men het huis met groene takken versierde, zouden deze huis, vee en akkers tegen onweer, ziekte en ongedierte beschermen.
In de Zwitserse plaatsen Sulz en Gansingen loopt op pinksterzondag de
‘Pfeistprützlig’ rond. Hier vind men resten van de boomverering uit het verleden: een jonge man tussen 17 en 20 jaar wordt in het bos tijdens enkele uren durend ritueel in een boom veranderd doordat men hem van hoofd tot tenen met jonge beukentakken bekleedt. Begeleid door 2 helpers keert hij terug naar het dorp, loopt langs alle van dorpsputten, en besproeit de omstanders met water om hiermee vruchtbaarheid en een goede oogst te waarborgen.In Roemenië heeft de
Groene Georg ongeveer dezelfde functie. In Oostenrijk is het Hans im Grünen, in Engeland de Green Man, in Duitsland en Scandinavië de Maikönigin.Een ander Zwitsers ritueel is het
‘Eierleset’. Hierbij worden aan de dorpsingangen bogen uit dennentakken opgesteld. Grote verhulde en met maskers beklede figuren strijden met elkaar. Aan de kant van de lente staan ‘Tannenästler’ en ‘Stechpälmer’ bekleed met de takken van de betreffende boom (spar en hulst). Zij worden versterkt door een bruidspaar, de ‘Eiermann’, die jonge kippen aanbiedt en de ‘Jassschärtler’, een met speelkaarten beklede figuur. Deze laatste verwijst naar de opnieuw ontwaakte lust om te spelen.
Aan de kant van de
winter staan ‘Straumuni’ (met stro bekleed), ‘Schneckenhäusler’ (bekleed met lege slakkenhuisjes) en ‘Hobelspänler’ (bekleed met schaafspaanders), versterkt door een stel oude mensen.Er vindt een hevig gevecht plaats tussen lente en winter, waarbij de lente altijd wint. De verliezende winter ligt er dan uitgeput op de grond.
In Zuid-Duitsland loopt de met sparrentakken beklede
‘Pfingsti’ rond en vraagt om giften. Deze traditie verwijst naar de woorden van Jezus: ‘Wie vraagt zal ontvangen, wie zoekt zal vinden, wie aanklopt zal binnengelaten worden’.
In Duitsland en Zwitserland vinden met Pinksteren nog steeds de
‘Brunnenfeste’ (putfeesten)plaats. Hiervoor worden de dorpsputten al op pinksterzaterdag met bloemen en berkentakken versierd waar bonte strikjes en kettingen aan vastgemaakt zijn.De pinksterboom heeft dezelfde betekenis als de meiboom. Het is een kale stam die aan zijn top met een krans, strikken en vlaggen versierd is. Groene takken en kransen zijn symbool voor vruchtbaarheid. In Thüringen (Ost-Duitsland) noemde men de in takken gehulde figuren ‘Laubmann’, Laubkönig, Grüner Mann, Kikkerkönig of Graskönig’.