Boom en vogel
(Gedicht van Ivo de Wijs uit één van de eerste uitzendingen van het radioprogramma 'Vroege Vogels')
Ivo: Een boom staat met zijn wortels in de aarde
Al neemt zijn kruin soms nog zo’n hoge vlucht
Een vogel kan de zwaartekracht ontwaarden
En is te land, ter zee en in de lucht
Letty: Een vogel vliegt, een boom is terug te vinden
Een boom is stoer en veilig tegelijk
Bij regen schuil ik weg onder een linde
Bij zon zoek ik de schaduw van een eik
Ivo: Ik zie het wel: die bloesem van seringen
Ik zie het wel: die duizend kleuren groen
Maar niemand heeft ooit een boom horen zingen.
Hij ritselt - en daar moet je't mee doen.
Letty:Je hebt gelijk: een vogel maakt geluiden
(Vlakbij mij woont een kerel met een haan)
Maar bomen zoeken nooit het warme zuiden
Een boom is trouw, een boom blijft rustig staan
En dan: een vogel nestelt in de bomen
Beslist niet andersom – zoals je weet
Ivo: Ik zit van de verbazing te bekomen
Dat dit program niet ‘Vroege Bomen’heet.
Zal ik een vreemde eend in deze bijt zijn ?
Een koekoeksjong met een te grote mond ?
Letty: Nee vogelvriend, maar denk aan de beleidslijn
En blijf met beide benen op de grond
Het Meezennestje
Een meezennestje is uitgebroken,
dat in den wulgentronk gedoken,
met vijftien eikes blonk;
ze zitten in den boom te spelen,
tak-op, tak-af, tak-uit, tak-om,
met velen.
En ‘k lach mij, ‘k lach mij, ‘k lach mij bijkans krom.
Het mezenmoęrtje komt getrouwig.
komt op den lauwen noen,
al blauwig
en geluwachtig groen;
het brengt hun dit en dat, om te azen,
tak-om, tak-op, tak-af, tak-in,
ze razen,
en kruipen, vlug, het meezennestje in .
Het mezenvaârtje zit – de looveren
verduiken ’t voor ’t gestraal-
te tooveren,
al in de meezentaal;
daar vliegen ze, al med’ een, te zamen
tak-om, tak-op, tak-af, tak-uit,
en, amen,
het meezemnestje is weęrom ijele uit.
Guido Gezelle