Bomen over bomen

 

In oktober zijn de bomen van hun zomerwee bekomen

en ze zuchten dan: we zijn weer onder ons…..

             Geen gebrom meer of geknetter, geen getetter of geschetter…

En ze kleden zich in feest’lijk goud en brons.

En dan houden zij een party in het Spaanderswoud

met de varens en de mossen en het kreupelhout.

En ze lachen en ze bomen met elkaar.

   

      Kijk, de eiken staan te prijken met hun bruine, brede kruinen.

De kastanje met oranje kroonjuwelen….

En de vlieren staan gevieren populieren te versieren.

   

Bij de vennen kussen dennen de abelen….

En de ceders doen wat teders met de els.

Westwinden strijken linden door hun pels.

Coniferen converseren met de sterke blanke berken.

Ook de essen en cipressen komen los

van september tot november in het bos!

Maar helaas een weekje later

heeft haast elke boom een kater

van dat al te vrolijk najaarszonnefeest.

En zij laten met z’n allen al hun bronzen blaren vallen.

En ze denken ’t is weer mooi genoeg geweest.

Bij de eerste najaarsstormen in het Spaanderswoud

gooien zij elkaar met eikels en met stukken hout.

En zo vechten alle bomen met elkaar

op die eerste winterdagen van het jaar.

Ja, dan beuken alle beuken op de eiken die niet wijken,

maar geniepen met de iepen en de berken…

En de sparren harrewarren met de vlieren,

die weer klieren door de tere coniferen te bewerken…

Populieren staan te tieren naar de olm…

En die dwaze beukt de hazelaar tot molm!

Alle dennen slaan hun pennen naar de essen en cipressen.

Ook krakelen de abelen er op los…

In november en december in het bos!

 

Ernst van Altena

Startpagina  Galerie