De Hazelaar

 

Onverwachts mij tegen

in 't nog winters jaar

op den sprong der wegen

bloeit de hazelaar.

 

Tegen 't licht gehangen

slingertjes van goud;

aarzelend, bevangen

raak ik aan het hout.

 

Trillend dwaalt van boven

'fijne wolken los;

en met bloei bestoven

in het naakte bos

 

blijf ik in een beven

teruggehouden staan,

en ik raak nog even

't donker stamhout aan.

 

Ida G.M. Gerhardt

 

Startpagina  Galerie