Der Apfelbaum
In eines Bauers Garten stand
ein schöner Apfelbaum;
doch neigten Hang und Winde
und Alter ihn zu weit nach linker Hand.
Der Bauer sah’s; berief sein Hausgesinde
und hielt geheimen Rat. In diesem ward erkannt
den Baum mit umgelegten Stricken
und mit vereinter Kraft ins Gleichgewicht zu rücken.
Man schritt zum Werk, das rasch vonstatten ging.
Kein Wunder, zwanzig Ärzte zogen
so derb, dass sie den Stamm noch mehr zur Rechten bogen
als er zuvor sich nach der Linken hing.
Zum Teufel! fluchte Kunz, ihr seid so dumm als Pferde,
der Baum soll aufrecht stehn. Nun schritten klein und gross
zur zweiten Kur; allein die Wurzeln rissen los
und krachend fiel der Baum zur Erde.
Gottlieb Konrad Pfeffel
De Appelboom
(Vrij vertaald door Brigit)
In een mooie boerentuin
stond een appelboom erg schuin
die al vele jaren telde,
daardoor naar links overhelde.
De boer die’t zag riep meid en knechten
bij elkaar om te beslechten
wat te doen in dit geval.
Men besloot met hulp van touwen
de boom in’t evenwicht te sjouwen.
Men ging aan’t werk, vlug en aandachtig,
Twintig artsen trokken zo krachtig
dat de stam naar rechts zich boog.
Drommels! vloekte Kunz, wat dom!
de boom moet recht staan en niet krom.
Men trok toen nog een tweede maal
met behulp van touw en staal.
Maar de wortels scheurden los.
De boom viel met een dreun in’t mos.
